Gereden : 600 km
Gem. Temp. : 43° C
Motel : Furnace Creek Ranch
Prijs : 141 $ (tax incl.)
*
*
Vandaag vertrokken we heel vroeg in de morgen. Reeds om 6.45 uur waren we al aan het rijden.
We hadden dan ook immers een tamelijk lange rijdag voor de boeg en we wilden vandaag toch het een en ander gaan bezichtigen.
Bodie stond als eerste op ons programma.
Bodie is een verlaten goudzoekersstadje, een zogenaamde 'ghost town' zoals ze zeggen.
5% van de bebouwing is nog intact. Dat betekent dat er nog ongeveer 200 gebouwen staan. Sinds 1962 wordt het plaatsje beschermd tegen verder verval.
Rond een uur of halftien kwamen wij er aan. Nadat we het toegangsgeld hadden betaald en een infobrochure kochten, reden we naar de bijliggende parkeerplaats. Veel auto's stonden er nog niet, dus druk ging het er voorlopig nog niet zijn. (dat was wel enigszins anders toen we het spookstadje verlieten!)
Met de brochure in de hand begonnen we aan onze tocht door het verleden, een verleden van goudzoekers en hun familie. Op de stoffige wegen wandelden we tussen de vervlogen gebouwen die wij in elk geval nog goed bewaard vonden. Hier en daar kon je ergens binnengaan en er was ook een klein museum dat we een bezoekje brachten. Het was eens iets anders en we genoten met volle teugen. Misschien kunnen jullie ook eens meegenieten a.d.h.v. onderstaande foto's.
Tegen halftwaaf hadden we zowat alles gezien (ja we waren versteld dat we hier wel 2 uur hadden rondgelopen) en zetten we koers richting Mono Lake.
Daar zouden we graag het Tufa-gebied bezoeken.
Mono Lake is een van de oudste meren van Noord-Amerika. Een van de opvallendste kenmerken van het meer is de aanwezigheid van kalksteentorens in het water en op de oever, tufa's genoemd. Die wilden we wel eens van nabij gaan bekijken.
Ze waren inderdaad de moeite om te zien. Het hele landschap trouwens was dat in dit gebied.
We troffen ze in allerlei vormen en kleurschakeringen aan.
Via te volgen paadjes kon je van de ene tufaformatie naar de andere stappen. Stuk voor stuk waren ze prachtig om te zien.
Langs de waterkant speelden miljoenen zwarte vliegjes een kat en muis spel met de toeristen.
Als je ze naderde vlogen ze in een grote zwerm weg, trok je je terug landden ze allen terug op het water. Een raar schouwspel om te zien. Gelukkig waren ze de toeschouwers niet tot last.
Na dit toch al weer geslaagde bezoek trokken we verder richting Bishop. Een dorp op de weg naar Death Valley waar we drie jaar geleden ook al waren en waar we dus een beetje onze weg kenden.
Op de parkeerplaats achter de bibliotheek parkeerden we onze wagen in de schaduw van een boom en aten er onze picknick op. Erna gingen we de bib binnen om er een mailtje naar huis te zenden. Dit was alweer een tijdje geleden.
Toen deze klus ook geklaard was dronken we nog in Rusty's Saloon een frisse pint alvorens koers te zetten naar het hete Death Valley.
Het was leuk rijden want her en der herkenden we plaatsen en huizen van op onze vorige reis.
Hoe meer we het park naderden, hoe hoger de temperatuur op onze binnenthermometer werd.
Bij het binnenrijden van Furnace Creek ranch, onze overnachtingsplaats wees die 47° Celsius aan.
We checkten heel vlotjes in, zochten onze cabin op en rustten wat uit in de koelte van de kamer. (de airo stond op volle bak !)
's Avonds aten we heel lekker maar niet goedkoop in een van de twee restaurants op het domein.
Het was er te warm om nog een avondwandeling te maken dus gingen we maar wat tv kijken op de kamer. Morgen stond immers alweer een drukke dag op het programma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten